Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Trouwens, [1]omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven! 1. Hij spreekt spottenderwijze, alsof hij zeide: Gij zijt de lieden, bij welke de wijsheid te vinden is; anderen, bij u vergeleken, zijn maar beesten, en ik bijzonderlijk, gelijk gij zegt, ben maar als een jonge woudezel; boven, hfdst.11 vs.12. Anders, omdat gijlieden een volk zijt; dat is, zijnde weinig mensen, houdt gij u zo verstandig alsof gij een geheel volk waart.